Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo hoorden zij niet, maar zij [24]verhardden hun nek, gelijk de nek hunner vaderen geweest was, die [25]aan den HEERE, hun God, niet geloofd hadden. 24. Dat is, zij waren ten uiterste toe ongehoorzaam en wederspannig, niet willende zich naar de vermaningen des Heeren neigen. Zie Ex.32:9. 25. Dat is, zijn dreigementen niet geloofd hadden.